Zoete lekkernij

De ui eten we al sinds mensenheugenis. Zo’n 3.000 jaar voor Christus werd ze in delen van Azië al verbouwd. Het gewas is verwant aan andere bekende smaakmakers uit onze keuken, zoals knoflook en bieslook. Omdat het bolgewas voor zijn winterslaap veel voedsel opslaat is ze er in de lente als een van de eerste bij om plant te vormen en voor het nageslacht te zorgen.

Hoewel we uien kennen van de scherpe smaak, een zwavelzuurverbinding die vrijkomt bij celbeschadiging, bevat de ui ook veel suikers en heeft een zoete smaak die bij bakken de overhand neemt. De in Nederland geteelde rode ui die we gebruiken in de uiencompôte heeft een minder scherpe smaak dan haar gele zusje. In de keuken lijken de mogelijkheden bijna onuitputtelijk, maar deze keer verleidden we de rode ui met wat extra zoetmakertjes om haar zachte kanten te profileren.